Een zonnige zondag

Uitgesproken nu ik Galicië ben binnengegaan is het weer super te noemen. Ondanks dat Galicië de naam heeft dat daar de meeste regen van Spanje valt is het nu zonnig en droog.

De echte bergen heb ik vandaag achter mij gelaten, deze hebben plaats gemaakt voor een meer heuvelachtig landschap, met zeer gevarieerde plaatjes, van zowel landbouw als veeteelt, maar ook wijnbouw ziet men regelmatig terug. Maar het overgrote deel van de omgeving bestaat nog steeds uit een zeer bloemrijk natuurgebied, met hier en daar een onderbreking van rotsen of grote natuursteen keien.

Ondanks had ik vandaag al vrij vlug te maken met een stevige klim, bij Tamicellas moest ik over een minimale afstand dik 400 meter stijgen op en over rotsblokken wat de nodige energie kosten met het zonnetje in de nek.

De zogenaamde Horreos kwam ik gisteren maar af en toe tegen, vandaag daarin tegen waren ze overal te zien. Horreos zijn pittoreske voorraadschuren van graniet, hier slaan de Galicische boeren van oudsher hun maïs op en soms ook uien, knoflook, pompoenen en andere groenten. De Horeos zijn een erfenis van de Kelten. Ze staan op houten of stenen palen om de opgeslagen waar te beschermen tegen bodemvochtigheid, ratten, muizen en andere knaagdieren. Het dak is van planken, stenen platen, tegels of (steeds zeldzamere) een dikke laag stro en wordt veelal voorzien van een stenen kruis.

Mijn gebruikelijke (wandel) dagindeling ziet er als volgt uit : tegen zes uur sta ik  op, wassen, kleed mij aan, rugzak inpakken (meestal zachtjes omdat er nog veel pelgrims slapen), bakje thee zetten, iets eten en op weg. ‘s Avonds heb ik in het routeboek gekeken waardat de camino loopt zodat ik zonder problemen op de weg met de gele aanwijspijlen kom. Meestal gaat de route al vrij snel de onbewoonde wereld in en in de meeste gevallen duurt het kilometers voordat ik voorbij een bar kom om mijn eerste (en meestal enige) bakske koffie te kopen. Voor de dag heb ik altijd 1,5 tot 2 liter drinken bij evenals enkele energie repen, fruit en een yoghurtje. Een dagtrip duurt in de meeste gevallen tussen 6 en 8 uur, uitzonderingen daargelaten.

Aangekomen bij de herberg (alberge) kun je een bed krijgen tegen een kleine vergoeding (tussen 0 en 8 €) en mag je gebruik maken van douche, keuken en toilet, in bijna alle gevallen is er een gemeenschappelijke ruimte. Het eerste wat je doet is douchen, je wasje doen voeten verzorgen en boodschappen doen voor de volgende dag. Ook maak ik vaak een simpele lunch omdat je ‘s avonds meestal pas vanaf 8 uur een menu de dia (€7,- a €9,-) kunt krijgen. Tussendoor maak ik dan mijn verslag. Met andere woorden een vrij druk programma.

Tot zover het leven van een Pelgrim.
Wordt vervolgd !

Reacties zijn gesloten.