Gisterenavond goed gegeten met Henk en Lida van Grunsven. Vanmorgen met een broodje met blikvis en een kop thee om zeven uur vertrokken. Ik kon niet inschatten of ik nog, en wanneer ik langs een bar zou komen voor een kop koffie, maar had mij er enigsinds tegen gewapend met fruit en puddinkjes in mijn rugzak. Deze bleken vandaag meer dan nodig, ik kwam niet langs een bar of winkel zodat mijn proviand over 25 km verdeeld geheel op was.
Vandaag werd het een tocht van afzien! De eerste 3 km ging het nog naar beneden, maar daarna werd het klimmen en klimmen, hoofdzakelijk over de bodem van rivieren zodat men steeds over stapstenen die onder water lagen je weg moest zoeken, het was niet alleen zeer vermoeiend maar het vergde ook opperste concentratie.
De stapstenen die onder (opvallend helder) water lagen waren zelfs af en toe met een gele pijl voorzien.
Wanneer je zo enkele uren bezig bent vloeid de kracht daadwerkelijk uit je benen kan ik verzekeren, zeker als iedere stap 20 of meer cm ophoog gaat. Af en toe stap je bijna weer terug en kleine pauzes moet je op de gekste momenten inlassen om je bovenbenen de kans te geven om te herstellen, terwijl het zweet van je gezicht afstroomd lijkt er geen einde aan te komen.
Achteraf zag ik in het begin wel enkele pelgrims de grote weg kiezen, die hadden waarschijnlijk voorinformatie en wisten van de vrijwel onbegaanbare paden af. Dit verklaard ook dat ik tijdens de hele tocht vandaag maar 3 medepelgrims gezien heb.
Maar ik heb een grote troost, op het eind kan ik zeggen dat ik de gehele ‘Via De La Plata’ gelopen heb zonder een stukje over te slaan of af te snijden.
Het gevolg van deze uiterste krachtsinspanning zal morgen, een in te korte etappe zijn vrees ik, mijn ledematen geven dat op dit moment duidelijk aan. De enige Nederlanders , op dit gedeelte van de tocht, Henk en Lida, heb ik ook nog niet binnen zien komen en ik vrees dat ze ergens zijn moeten blijven omdat het hen niet gelukt zal zijn dit varkentje te wassen.
Tijdens het lopen vandaag kon je echt wel merken dat we Galicië gaan naderen. Het landschap is bergachtiger, groener (regen!) en mede door de bodemgesteldheid is de landbouw kleinschaliger. De eerste Eucalyptus bomen heb ik gesignaleerd en doen wonderlijk aan in dit landschap. De percelen landbouw- en veeteeltgronden zijn veelal gescheiden door een wirwar van stapelmuurtjes.
Het hoogste punt vandaag was over de pas van â Canda (1260 m) die de grens markeert tussen Castilla en Leon en Galicië. Opvallend was wederom de geweldige bloemenzee van meters hoge paarse hei maar ook de brem was vandaag weer ruim toezien.
Op een gegeven moment ging het paadje midden door een afgebrand gebied waarvan ik op geen enkele wijze in kan schatten hoe groot dit stuk verbrand natuurgebied is, wel heb ik kunnen constateren dat men met bulldozers een brandgang gemaakt had om het vuur indertijd te bedwingen. In 2004 hebben wij in onze tocht zo’n brandbestrijding op afstand gezien toen helikopters aan en af vlogen met waterzakken. Ik kan nu ook begrijpen dat zulke branden moeilijk te bestrijden zijn vandaar de inzet van zo’n materieel.
Morgen gaat de tocht wederom over kleine bergpaadjes en of ik de geplande 36 km vol ga maken is op dit moment nog onduidelijk, er is een mogelijkheid om te overnachten op 20 km. De vorm van morgen zal dat bepalen, dus eerst slapen en dan zien wij weer verder. Wordt vervolgt !!